Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [24]Hij belacht het gewoel der stad; het [25]menigerlei getier des drijvers hoort hij niet. 24. Dat is, hij acht de menigte en het bedrijf der mensen niet, omdat hij de woestijn liever heeft, of omdat hij ook niet vreest het geweld, dat vele mensen zouden mogen aanleggen om hem te bedwingen. Dit is menselijkerwijze van de beesten gesproken, gelijk onder, vs.21,25,28, en hfdst.40 vs.22,23, en hfdst.41 vs.18,20. 25. Dat is, het geroep, hetwelk pleegt gemaakt te worden van degenen, die enigen arbeid of dienst van mensen of beesten gedaan willen hebben.